Het beloofde land
Stel je voor dat je in Amerika woont, bedacht ik mij. Daar kun je net zoveel voedsel produceren als je wilt (nog meer dan in Nederland!) en niemand heeft het over stikstof. Er is een overzichtelijk aantal politieke partijen die ertoe doen (twee) en het land wordt voorgezeten door een vriendelijk, oud grootvadertje staat. Eerlijk is eerlijk, niet alles is er beter: de oorspronkelijke bevolking is weggestopt in reservaten. Zover moeten we het hier niet laten komen.
Bekijken wij de situatie in het landje achter de dijken, waar de zoon van Geppetto de vette vingers van de multinationals in de pap laat graaien. Ik verdenk hem en zijn Rolodex matties ervan dat ze onderling afspraken maken. Nederland als proeftuin van de internationale politiek. ‘Hoe kun je zoveel mogelijk crises laten ontstaan – niets oplossen – en ondanks een hoogopgeleide bevolking en een dalende koopkracht alles weglachen, zonder dat een revolutie ontstaat?’ U begrijpt: ik koop van de man beslist geen shirt van zijn tour, die nu al sinds 2010 duurt.
Buiten de steden wapperen de vlaggen op hun kop. Daar was nogal wat om te doen afgelopen week. Een voorvrouw van het boerenprotest had het over ‘een statement’ (het gebruik van het Nederlands verloedert nu ook al op het platteland). Een andere mevrouw die die vlaggen graag weer twee slagen in de rondte draait, had het over onze helden. Het lastige is: beide partijen hebben gelijk – en daar kan onze MinPres wat mee. Zo gaat het nu altijd. Benieuwd wat hij gaat doen, na Rutte VII, president van de Internationale Goochelbond lijkt mij wel wat voor hem.
Je kunt hem ook niet betrappen op een ideologische visie. Integendeel, de liberaal geeft hardop aan dat hij wars wil blijven van visie. Dus waar moeten die standbeelden komen te staan? Waardoor zal de man herinnerd worden? Kennedy (John F.) zei naast: ‘Ik ben een cakeje met jam’ ook: ‘vraag niet wat uw land voor u kan doen, maar vraag wat u kunt doen voor uw land’. En Churchill muntte: ‘We zullen koste wat kost ons eiland verdedigen, we zullen vechten op de stranden, we zullen vechten op de landingsplaatsen, we zullen vechten in de velden – ‘jaja, nu weten we het wel’ – , maar overgeven zullen we ons nooit’. Mannentaal. Geen MH-17 meelbekkerij.
En wij, het poldergepeupel, ploegen voort. Onze politiek leider zal in ons collectieve geheugen blijven – niet door daden, maar door woorden. Woorden, die traag over oneindig laagland stroomden. Wat hij precies zei, wat hij nou eigenlijk wou, zal in de mist van de tijd verloren gaan. ‘Hij was zo groen als de neerslag van Tata Steel.’ ‘En zo paars als een aubergine in de schaduw van Monsanto.’ Eén uitspraak van hem resoneert: ‘Ik heb daar geen actieve herinnering aan.’ Ik pleit voor een functie elders.