The backwards cap
Wat is dàt nu, een Engelse titel? Ik kon deze niet laten liggen, vanwege de dubbele betekenis van ‘backwards’. Later meer. Koeindekontkijkend: was het begin van de jaren negentig echt de laatste keer dat er sprake was van een modebeeld? De tijd van grunge, van Pearl Jam en Nirvana en van talloze Canadese houthakkershemden, zover het oog reikte – weet u het nog? Daarvoor de tijd van Doe Maar, van lichtgroene en roze kleding, haarbanden en buttons. Op de helft der Nederlandse zolders ligt nog wel wat. En nog een decennium eerder (heel veel) mannen met lang haar. Zo kunnen we teruggaan tot de pruikentijd. Doen we niet.
Een door het overgrote deel van de bevolking ‘gedragen’ modebeeld zie je niet meer. ‘Die zien wij nooit meer terug!’ Daarvoor viert individualisme teveel hoogtij. De gescheurde designer jeans komen niet in aanmerking, qua percentage gekkies. Het kekke model van Dsquared (in de uitverkoop voor € 314,40) blijft ook wat mij betreft ‘in voorraad’.
Toch valt er tegenwoordig nog genoeg te genieten. Wat dacht u van de chauffeursdas, sandaalsokken, de post-pensionado pantalon? Voordat we het fenomeen ‘The Backwards Cap’ gaan ontleden, lopen we ze even langs. Arno (Kantelberg, zelfverklaard koning van de goede smaak) leert ons dat de stropdas met de hoeken op de broekband rust. Buschauffeurs, de rebellen van de busbaan, trekken hun das graag wat hoger op. Onder de punt past ruim een ‘ik heb lekker gegeten’ hand. Als de chauffeur in kwestie corpulent is, ligt de das over ‘s mans pens als het neerstortende treintje van de achtbaan.
Sandaalsokken. Nadat jongetjes acht jaar zijn geworden en totdat Alzheimer hen terugroept richting moederschoot, kunnen ze zich deze mode-misser niet veroorloven. Toch zie je, zeker in vakantietijd, af en toe zo’n Jezus-uit-de-Action. Bruine, lederen sandalen met witte sportsokken zijn zeker een gespreksstarter, maar dàt gesprek start zonder u, achter uw rug.
De post-pensionado pantalon stamt uit een tijd dat oudere heren niet meer op hun bretels durfden vertrouwen – en begint zeldzaam te worden. De broek wordt zó hoog opgetrokken dat er bij ontbloot bovenlijf twee zonnetjes aan de horizon staan. Niet doen.
Zeker niet doen is een pet achterstevoren dragen. Synoniemen.net geeft twaalf woorden bij ‘achterlijk’ en die zijn niet flatterend. Evenmin als een stoffen of plastic dop-op-de-kop, met een klep in de nek. De klep, oorspronkelijk bedoeld om de zon uit de ogen te houden. Een act van rebellie die (te) veel mannen gerust tot na hun vijftigste doortrekken. In weerwil van het tweede huis, tweede huwelijk, hypotheek, hartaanval, bezoekregelingen en een baan op de boekhouding. Wie is de Che Guevara van het Kutdammerveenstrand? Helemaal erg wordt het wanneer de goedkope pet zo’n plastic stelstrip-met-gaten heeft. En als na een pittige zomerdag dat profiel nog een tijdje in het voorhoofd blijft staan.
Kijk, een gatenriem om ervoor te zorgen dat de broek niet afzakt, dat is billijk. Dickpics verspreiden wij liever zelf. Maar wat willen (vooral weer) mannen met zo’n backward cap ‘daarboven’ bij elkaar houden?
Rommelend tussen jeugdfoto’s zag ik dat ik dertig jaar geleden toch niet dat stijl-icoon was, zoals ik het in mijn herinnering graag beleef. Getoonde mode uiting ‘kon’ nooit, ook niet in de jaren tachtig: de ‘propper zonder disco’. Jarenlang liep ik als metalhead bands te promoten, soms met een half logo. ‘Iron’ en ‘Def hebben het nog best ver geschopt.