Skip to main content

Mijn leidinggevende

De wekker ging niet op het gebruikelijke, toch al onaangename tijdstip van zeven uur, maar 45 minuten eerder, in het holst van de nacht. Na het kantoormannen-ritueel van scheren, douchen, stropdas voor, stapte ik op de fiets. En begaf ik mij naar het adres waar ik mijn – toen al – niet geringe talenten acht uur per dag, veertig uur per week tegen betaling inzette. Dit overigens met veel plezier, de reden laat zich nog even raden. Ik groette mijn krantenjongen hartelijk – ik kende hem al van de fooienronde, rond de Kerst  – en zwaaide onderweg naar bakkers (op weg naar huis) en boeren, net begonnen in het veld. Drie kwartier eerder (wat IS normaal?) arriveerde ik op het werk; daar was gelukkig niemand getuige van, stel je voor.

Ik had een doel.

‘Aanvang werktijd’ was in unilateraal overleg bepaald op 08:00 uur. Idealiter was op dat tijdstip de jas opgehangen, de computer aangezwengeld en – belangrijk – De Koffie gezet, Het tweede ritueel: het met beleid bedienen van de net naoorlogse prut(tel)machine van het merk ‘Animo’, dat het startschot gaf aan het dagelijks cabaret. De eerste koffie werd mij altijd aangeboden door De Chef (ik was immers al hard aan het werk), die daarna nog een kwartier doorlas – en soms voorlas – uit Nieuwsblad Transport. De overige koffierondes werden op subtiele en humoristische wijze geïnitieerd door mijn leidinggevende. Die bijvoorbeeld het hoofd boog, mij op zijn kalende kruin wees en vroeg of ik al scheuren zag verschijnen.

Het gebeurde wel, in mijn jeugdige onbezonnenheid, dat ik om 08:02 binnenstapte. Waarna steevast De Chef met uitgestoken hand vanachter zijn bureau vandaan kwam, zichzelf voorstelde, mij welkom heette bij het bedrijf en mij een prettige werkdag wenste. Vandaag ging ik variatie in dit draaiboek aanbrengen. Ik keek het kantoor rond dat wij met zijn tweeën deelden. Strategisch gesitueerd in de korte knik van het L-vormige bedrijfspand, ‘in het hart van de operatie’, met uitzicht op het laadperron. Drie klokken, New York, Jakarta en Amersfoort, kaarten van De Wereld, Europa en de Benelux. Twee bureaus – dat van De Chef was twintig centimeter langer – met op de kopse kant, de typemachine, de fax, bakken In/Uit en ruimte voor vrachtpapieren. De computers hadden een bulkig beeldscherm waar een middenklasse hond met gemak een dutje in kon doen. We schrijven 1988.

Beide computers stonden al aan. Wachtwoord Chef was voornaam vrouw en trouwdatum. Vier strepen water en vier afgestreken scheppen koffie in de filter. Ik hoorde de karakteristieke tred van mijn leidinggevende nu steeds luider, op de gang. Het was twee voor half acht. “Goedemorgen, mijn naam is Knegtel, ik heet u welkom bij dit bedrijf” zei ik, terwijl ik de man uit zijn jas hielp. “Koffie”?

 

 

 

Leave a Reply