De lieve vrede
Wat heeft een vriend of vriendin, die je kapot ziet gaan aan een hardnekkige verslaving, gemeen met – op zijn Rotterdams gezegd: ‘Ik geef mijn bek een douw’: – een Straatkrantverkoper? Je staat erbij en kijkt ernaar. En veel meer kun je niet doen?
De dakloze krantenman/-vrouw krijgt bij herberg ‘De Lieve Vrede’ voor een tientje bed, bad en brood. Een rookverslaafde vriendin, die het beter getroffen heeft, geeft grif datzelfde bedrag voor één sigaret – als de kroegen dicht zijn en de benzinepomp gesloten. Ik ken verhalen van buiten peukjes rapen en het uitpluizen van een volle stofzuigerzak.
Tabak tycoons slapen rustig. Uw regering maakt het rekensommetje: honderden miljoenen extra kosten voor de gezondheidssector, opgehoest #alsikzowrangmagzijn door u en ik, tegenover miljarden aan accijns inkomsten.
En niets dat helpt, mensen. De meest vreselijke foto’s kun je kennelijk na zien, ontzien. Het verslaafdenbrein archiveert dat allemaal op de comfortabele ontkenningshoop.
Je ziet de COPD-ers vóór het ziekenhuis staan, bij het ‘Niet Roken’ bord. Ze zitten met slangetjes vast aan zo’n rolstandaard met drip-zak en roken hun ‘laatste sigaret’. Denk je dat er iemand een poot naar ze uitsteekt? En wat te denken van een partner die kiest voor het harmoniemodel en helpt de goedkope buitenlandse sloffen in te laden?
Net als daklozen een wake-up call zijn, die wij het liefst als wekkerfunctie blijven snoozen, zijn mensen waar je om geeft die zichzelf naar de kloten helpen een oproep aan je geweten. Erken dat het duiveltje van de verslaving sterker kan zijn dan de vriendschap, maar laat ze niet stikken. De lieve vrede is duur.