In het konijnenhok
Zaterdagochtend. De deurbel gaat indringend. Ik sleep mij door de gang, nog half in slaap – en half overprikkeld door de koffie die ik nog niet gehad heb. Daar staat ze, mijn tienjarige buurmeisje.
‘Weet jij een naam?’ Sinds ik de schrijver uithang wordt mijn woordenwijsheid ietwat overschat. In haar armen draagt ze een pluizig, wit konijn. ‘Ik heb een nieuw vriendje!’ Het beestje kijkt mij aan met een blik ergens tussen ‘Red mij’ en ‘Ik ben je nieuwe dictator’.
Voor de koffie kun je van mij nog niet teveel verwachten. Het eerste dat in mij opkomt is ‘Flappie’ en ik besef tegelijkertijd dat die in een Kerstlied eindigt.
‘Flappie? Dat is zo … gewoon.’ Ze rolt met haar ogen.
Ik zucht en kijk naar het konijn, dat intussen mijn ziel lijkt te scannen op zwakke plekken.
‘Nou, misschien …’ begin ik, en dan gebeurt het: de televisie, die kennelijk nog aanstond, gooit een persconferentie in mijn gezicht. Met aan het verkeerde eind van de microfoons: Premier Schoof. Volgens velen de boevenbaas van een horde rechtshoudende wolven. Ik zie een moedig, integer man die voor een herculische taak staat. Decennialang hebben ‘beschaafde’ partijen ‘hun op rechts’ de kastanjes uit het vuur laten halen. Vrij weinig mensen zijn in realiteit te vinden voor een AZC in hun achtertuin.
Hij staat achter het spreekmeubel, en doet mij denken aan een hertje in de koplampen van een aanstormende Tesla. Hij zegt iets over moeilijke beslissingen maar ik hoor hem nauwelijks.
Het konijn staart intens naar het scherm, alsof het hem herkent.
‘Wat dacht je van… Schoof?’ zeg ik, wijzend naar de televisie. Het buurmeisje fronst.
‘Schoof? Is dat die meneer?’
‘Ja’ zeg ik, terwijl ik probeer niet te grijnzen. ‘Hij kijkt een beetje hetzelfde.’
Mini buurvrouw kijkt naar haar konijn. Dan naar Schoof. Dan weer naar het konijn.
‘Ja… dat kan’ zegt ze nadenkend. ‘Hij kijkt wel een beetje zielig.’
Perfect. Schoof, het konijn, wordt met trots door de straat gedragen.
Ergens, diep vanbinnen, weet ik dat dit verhaal nog niet af is. Want als ik naar de actualiteit kijk – een kabinet dat wankelt, een premier die dagelijks voor een vuurpeloton staat, en Kerstmis om de hoek – voelt het alsof we allemaal Flappie zijn. En Schoof? Die hangt al bijna aan de keukendeur.
Een verschil met het buurkonijn is dat die de Kerst zeker overleeft.